- Opnieuw winst voor Syntus
- Grote uitbreiding op bestaand vervoersgebied
- Openbaar vervoer met de reiziger als uitgangspunt
De provincie Utrecht heeft vandaag, 14 juli 2015, bekendgemaakt dat zij het openbaar busvervoer voor de periode van december 2016 tot december 2023 aan Syntus heeft gegund. Het concessiegebied omvat het grondgebied van de gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden, Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg en Wijk bij Duurstede.
Cees Anker, algemeen directeur van Syntus: “We zijn zeer tevreden met dit resultaat. Vooral omdat de gunning van de treinconcessie Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen aan Syntus nog maar kort geleden plaatsvond. Voor ons is dit daarom een extra bijzondere gebeurtenis. We hebben de afgelopen periode met veel enthousiasme en inzet gewerkt aan een scherp en compleet aanbod voor dit gebied. Blijkbaar is dat gewaardeerd door de provincie.”
Op 15 juni 2015 leverde Syntus de winnende offerte in bij de provincie Utrecht. Daarin staat in diverse deelplannen, waaronder een vervoerplan, een duurzaamheids- en materieelplan en een marketingstrategie, concreet uitgewerkt op welke wijze Syntus de doelstellingen van de provincie in dit concessiegebied gaat verwezenlijken.
Het oostelijke deel van het vervoersgebied van de provincie Utrecht grenst aan de bestaande concessie Veluwe van Syntus. Dat biedt als voordeel dat een koppeling kan worden gemaakt met het huidige vervoersgebied van Syntus. Daardoor kan de reiziger straks in een groot aaneengesloten gebied gebruik maken van de diensten van Syntus.
Cees Anker benadrukt het volste vertrouwen te hebben in de implementatie van deze concessie. “Na de gebruikelijke bezwaartermijn van zes weken gaan we direct in gesprek met de provincie. Syntus neemt daarbij steeds de reiziger als uitgangspunt. Reizigers en potentiële reizigers moeten zich welkom voelen en veilig en comfortabel van A naar B kunnen reizen. Dat was ook bij deze offerte de basis, en het zal gedurende de gehele concessieperiode van het grootste belang blijven.”